Heilige – God kennen als de Heilige


“ Heilig, heilig, heilig is de Heer.”
In het bijbelboek Openbaringen / Apocalyps vertelt Johannes hoe hij ziet dat hemelse wezens de ”Heilige” dag en nacht onophoudelijk eren met deze woorden. 
“ Heilig, heilig, heilig is de Heer, …”  (hoofdstuk 4:8)

Een blik in de hemel neemt alle twijfel weg.  Johannes beschrijft het beeld dat hij van de Heer mag zien:

“ Hij was gekleed in een lang gewaad en had een gouden band om zijn borst.   Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw, en zijn ogen waren als een vlammend vuur.  Zijn voeten gloeiden als brons in een oven.  Zijn stem klonk als het geluid van geweldige watermassa’s.  In zijn rechterhand had hij zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard.  Zijn gezicht schitterde als de felle zon.” (hoofdstuk 4:14-16)

Wijzelf lopen wel eens het gevaar om met onze menselijke kijk helemaal aan Hem voorbij te gaan. 
“God, wie zijt Gij?  Waar zijt Gij?  Hoe kan ik u zien of naar u kijken?”

Om een beeld van Hem te krijgen volstaan onze menselijke ogen niet, die zien de hemelse werkelijkheid niet.  De onzichtbare geestelijke wereld blijft aan het menselijk oog onttrokken.  Toch wil God zich laten kennen, zich laten ‘zien’ en horen.  Wat hebben we dan nodig om Hem te kunnen zien of horen?

Het antwoord is eenvoudig: ‘geestelijke ogen en oren’.  ‘Ogen en oren’ die het geestelijke kunnen waarnemen. 

We hebben als mens het vermogen om beelden en woorden te ontvangen die niet via onze natuurlijke zintuigen naar binnen komen, maar rechtstreeks in onze geest ‘geïmporteerd’ of opgewekt worden.  Het is een verschijnsel dat breed bekend is. 

In een negatieve context kennen we dit als waanbeelden en ‘stemmen’ die mensen kunnen waarnemen.  Denk hierbij aan psychiatrische aandoeningen en gevolgen van medicatie- of druggebruik bijvoorbeeld. 

Veel gewoner is de mogelijkheid die we hebben om ons iets ‘voor ogen te halen’.  Iets dat we hebben beleefd bijvoorbeeld.  We kunnen zaken herbeleven of voor de geest halen waarbij we een beeld ‘zien’ of woorden ‘horen’ van een situatie waar we nu niet zijn. 

We maken zo stilaan kennis met wat je een ‘beeldscherm van onze geest’ zou kunnen noemen.  Een beeldscherm dat beelden en woorden naar binnen kan dragen die we niet opvangen met onze menselijke ogen en oren, maar met de ogen en oren van onze geest. 

Ook God kan dit beeldscherm gebruiken om ons zaken te laten zien en horen.  En zo komen we bij een positieve geestelijke context: profetieën, woorden van kennis en inzicht, dromen, visioenen. 

We kunnen ernaar verlangen om zelf zo’n geestelijke beelden van God te mogen ontvangen.  Het is niet ongebruikelijk dat mensen die leven in toewijding aan God dit beleven.  Of het ons ‘is gegund’ om het zelf te beleven kan variëren, maar we hebben nog andere mogelijkheden om zicht te krijgen op het onzichtbare…  Via mensen die het wél gegund is om inzage te krijgen in de onzichtbare geestelijke wereld. 

Er zijn in alle eeuwen mensen geweest die dromen en visioenen hebben ontvangen.  Vele werden genoteerd en doorgegeven.  Een historische bron die veel geestelijke basiselementen onthult in dromen en visioenen is uiteraard onze bijbel. 

Daar lezen we heel diepgaande profetische visioenen die beelden schetsen die (soms eeuwen later) werkelijkheid worden.  Deze visioenen en dromen zijn dus geen fantasie, maar werkelijkheid, geopenbaard door God en in genade getoond aan de mens.  Om er beter van te worden.

Lezen we nog een stukje van wat Johannes kon zien van die heilige God…

Op./Ap. 2:10-19  “Op de dag van de Heer raakte ik in vervoering.  Ik hoorde achter me een luide stem, die klonk als een bazuin en die tegen me zei: ‘Schrijf alles wat je ziet in een boek en stuur dat naar de zeven gemeenten, naar Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea.’  Ik draaide me om, om te zien welke stem er tegen mij sprak. Toen zag ik zeven gouden kandelaren, en daartussen iemand die eruitzag als een mens.  Hij was gekleed in een lang gewaad en had een gouden band om zijn borst.  Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw, en zijn ogen waren als een vlammend vuur.  Zijn voeten gloeiden als brons in een oven.  Zijn stem klonk als het geluid van geweldige watermassa’s.  In zijn rechterhand had hij zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard.  Zijn gezicht schitterde als de felle zon.  Toen ik hem zag viel ik als dood voor zijn voeten neer.  Maar hij legde zijn rechterhand op me en zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste.  Ik ben degene die leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid.  Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk.  Schrijf daarom op wat je gezien hebt, wat er nu is en wat hierna zal gebeuren.” 

Op./Ap. 4:1-6   “Hierna had ik een visioen. Er stond een deur open in de hemel. De stem die me eerder had toegesproken met het geluid van een bazuin, zei nu: ‘Kom hierboven, dan laat ik je zien wat er hierna gebeuren moet.’  Op hetzelfde moment raakte ik in vervoering.  Er stond een troon in de hemel en daarop zat iemand.  Degene die daar zat had een uiterlijk als van jaspis en sarder, en rond de troon was een regenboog die eruitzag als smaragd.  Om de troon heen stonden vierentwintig andere tronen, waarop vierentwintig oudsten zaten.  Ze droegen witte kleren en hadden een gouden krans op hun hoofd.  Van de troon gingen bliksemschichten uit en donderslagen en groot geraas.  Voor de troon brandden zeven vurige fakkels; dat zijn de zeven geesten van God.  Ook lag er voor de troon iets als een zee van glas, van kristal.”

Krijgen we in deze tekst een indruk van Gods heiligheid, en van het contrast tussen wie Hij is en wie we zelf zijn?

Zegen,
Marc