‘Plan Wereld’ – Gods visie en focus

Coherent geheel

Van in ‘den beginne’ leren we God kennen als iemand die iets moois beoogt.  In het verhaal van de schepping ontmoeten we een God die creatief is, oog voor detail heeft en alles in een goede samenhang opbouwt.  Alles wordt vanuit Hemzelf ‘geboren’, draagt Zijn stempel.  Hijzelf is IN de schepping en wandelt als vanzelfsprekend samen met de mens.  Alles is één groot coherent geheel, niets valt uit de toon of uit de boot.  Een zalige harmonie die spreekt over liefde, met ruimte voor vreugde en genot.

Groei, waarbij de mens een cruciale rol krijgt toebedeeld

​In het scheppingsverhaal legt God de zorg voor de aarde, en al wat daarin is, in handen van de mens.  Die mag Zijn begonnen werk verderzetten.  De mens heeft met de ‘Hof van Eden’ een perfecte basis gekregen om van te vertrekken.  Vanuit verbondenheid met God krijgt hij bovendien diezelfde zegenende kracht om over de schepping te ‘heersen’; verder te ontwikkelen, te laten groeien.  Dit is Gods opdracht aan de mens: zet Mijn zegenende werk verder, draag goede vrucht, blijf met Mij verbonden.

Verbondenheid

In dit coherente geheel is verbondenheid tussen schepping en Schepper een wezenlijk element.  Hij is de bron van samenhang, orde en harmonie.  Alles zal goed functioneren zolang er verbondenheid blijft met God en er geleefd wordt naar Zijn ingestelde ordening.  Gods tegenwoordigheid, zegen en ordening is niet alleen een elementair ‘onderdeel’ van dit mooie evenwicht, het is er de basis van.  Zonder Zijn tegenwoordigheid valt de basis weg waarop alles harmonieus kan draaien.  Zonder Gods tegenwoordigheid drijft alles weg van hoe het bedoeld is.  Als de bindende factor verdwijnt dan komt chaos in de plaats.

Vrijheid, een keuze

We kunnen in het scheppingsverhaal vaststellen dat God geen dictator wenst te zijn, maar een ‘gentlemen’.  Er is keuzevrijheid.  Zelfs in de hemelse gewesten slaagt de engel Lucifer (Satan) erin om zich tegen Gods ordening te verzetten, er uit te stappen en een schare achter zich te krijgen.  De Allerhoogste heeft blijkbaar ruimte ingebouwd om het niet met Hem eens te zijn en een andere weg te gaan.

Naast de duidelijke boodschap “eet niet van ‘kennis (of eigen inzicht) van goed en kwaad’”, is er ook voor de mens toch keuzevrijheid.  Blijft hij ingebed in dat coherente geheel waarin alles in harmonie met God verbonden is, dan zal hij het aardse paradijs verder kunnen uitbreiden en de aarde aan Gods orde onderwerpen.  Kiest de mens echter voor die ‘verboden weg’, dan geeft hij aan om zelf te willen bepalen wat goed en kwaad is.  Hij kiest er dan voor om God niet te volgen in Zijn ordening en komt zo in opstand.  De mens begint ‘op zichzelf’.

Buiten Gods gebied

Met zijn keuze is de mens de eigenwijze engel achterna gegaan.  Zijn rebellie heeft als gevolg dat hij niet langer deel kan uitmaken van het gebied waarin alles als vanzelfsprekend met God verbonden is en naar Zijn orde verloopt.  De mens moet het ‘aards paradijs’ verlaten en komt in een heel ‘andere wereld’ terecht.  Hier heerst een heel ander geestelijk klimaat en een andere ordening; er is rebellie, strijd, angst, geweld, dood, ziekte, …

Mengelmoes

De uitgezette lijnen van Gods ordening blijven onverminderd overeind, al is er nu een permanente verstoring van het aards en geestelijk klimaat.  Er is opstandigheid (zonde) geïnstalleerd en dat blijft als zweren op een lichaam het beeld bepalen.  De wereld is een mengelmoes geworden: enerzijds blijft er een basis die nog steeds naar Gods orde kan functioneren, anderzijds zijn er facetten die door rebellie tegen God chaos doen ontstaan. 

In dit kluwen van goed én kwaad, zwart én wit, licht én donker, rein én onrein, zoeken wij nu onze weg.

Gods aanhoudende wens om te herstellen

​We mogen ons gezegend weten met enkele kernbakens in de bijbel.  Het scheppingsverhaal geeft Gods harmonieuze wereldbeeld als vertrekpunt weer.  Openbaringen / Apocalyps laat zien dat God deze alomtegenwoordige harmonie ooit opnieuw zal herstellen. 

Daartussen liggen een hele hoop knoeierijen van mensen … en evenveel pogingen van God om telkens weer een weg naar herstel en leven te vinden. 

Opmerkelijk is dat midden in die verdwaalde wereld God in Zijn Zoon weer even onder ons komt wandelen.  Letterlijk nog wel, even tastbaar als ‘in het begin’.  Toch herstelt God Zijn ordening op aarde nog niet helemaal zichtbaar, de aardse aanblik blijft nog dezelfde.  Maar er ontstaat wel een nieuw ‘hemels’ Koninkrijk … voor wie het kan ‘zien’, want het is geestelijk en onzichtbaar. 

Hiermee is de algemene situatie in de wereld nog niet veranderd, maar in Zijn hemels Koninkrijk kunnen we individueel wel opnieuw kinderen van de Allerhoogste worden…   Hij kan door Zijn Geest weer met ons gaan wandelen, wij kunnen weer naar Hem gaan luisteren.  We kunnen alle facetten van ons leven weer aan Hem gaan verbinden en Zijn zegen kan opnieuw gaan stromen.  Hier vindt herstel plaats en we kunnen terugkeren naar onze oorspronkelijke opdracht om de aarde (of het stukje van de aarde waarin we invloed kunnen uitoefenen) te zegenen, te verbinden met de ordening van God.

Gods focus

​God wil …
…  Zich laten kennen zoals Hij werkelijk is en laten voelen welke zegen in Zijn tegenwoordigheid verscholen ligt.
…  de mens de weg naar Hem zien terugvinden, zodat vanuit verbondenheid weer heilzaam leven kan groeien.
…  alles wat afgeweken is zien terugkeren onder de ordening zoals Hij die heeft opgezet.
…  Zijn Koninkrijk zien groeien tot een rijk dat op aarde significant aanwezig en werkzaam is.

Onze focus?

Willen we Gods visie en focus tot de onze maken?


Zegen,
Marc

Foto: (c) Depositphotos (rechtenvrije foto)